Als je op internet zoekt naar "kunstgebit", vind je waarschijnlijk verschillende opties tegen zeer verschillende prijzen. Maar wat moet je kiezen? Afhankelijk van het soort werk kunnen verschillende criteria je helpen bij het kiezen van een gebit. Welke dat zijn en hoe je ze kunt beoordelen, lees je in het volgende artikel.
1| De samenstelling
Afhankelijk van het klinische geval is het belangrijk om een tand te kiezen die geschikt is voor de behandeling in kwestie. Bedrijven die kwaliteitsproducten aanbieden, hebben over het algemeen ook verschillende tandlijnen. Achter deze verschillende tandlijnen zit een onderzoeksafdeling die in vitro en in vivo testen uitvoert. Het doel is altijd om een product aan te bieden dat geschikt is voor het specifieke geval. Tanden van composiet, cross-linked of double cross-linked PMMA-hars of PMMA-hars worden het vaakst aangeboden. Er moet rekening mee worden gehouden dat elk materiaal een andere mate van elasticiteit en buigsterkte heeft. Met deze gegevens moet vooral rekening worden gehouden bij implantaatgedragen werk of bij werk waarbij een natuurlijke tand als antagonist fungeert.
De kwaliteit van de samenstelling is ook verantwoordelijk voor hoe snel of langzaam de tanden slijten en hoe bestand ze zijn tegen verkleuring en vervaging. Het is belangrijk om hier de nadruk te leggen op kwaliteit, want een patiënt die investeert in de aanschaf van een gebitsprothese kan zich niet voorstellen dat hij deze over een jaar moet vervangen.
2| De morfologie
Er zijn verschillende morfologieën van geprefabriceerde tanden. Ze worden gecategoriseerd op basis van de hoek die gevormd wordt door hun cuspen, zoals anatomische tanden >30°, semi-anatomische tanden <30° und nicht-anatomische Zähne = 0°, aber auch nach der Aufstell-Philosophie, für die sie bestimmt sind, z. B. Gerber-, Lingualisierte, Sears-, TiF-Aufstellung. Fälle der Okklusionsklassen II und III erfordern eine spezifische okklusale Modifikation durch selektives Beschleifen im Labor.
Hier is een voorbeeld: ik heb een kunstgebit gemaakt voor een jong persoon om tanden 44,45,46 te vervangen. De antagonistische tanden waren natuurlijk en goed gekneusd, dus ik kon overwegen een anatomische tand te kiezen.
De onderste alveolaire kam had hoogte verloren, dus koos ik voor een half geslepen tand. Voor een optimale retentie van de onderprothese koos ik voor een linguale of Gerber-opstelling. (Als u meer wilt weten over opstellingsconcepten, bezoek dan onze trainingen. Je vindt meer informatie op deze website).
3| De prijs
Dit is vaak "HET" onderwerp van discussie. Maar ten onrechte, want waar het echt om gaat is dat de patiënt een product van goede kwaliteit krijgt dat lang meegaat en is afgestemd op zijn eigen behoeften.
Heb je de antwoorden op je vragen gevonden? Als u meer wilt weten over de praktijk, waarom volgt u dan geen training aan de Swiss School of Prosthetics?
Een bijdrage van Sabine von Sinner