compensatiecurve(n)

te onderscheiden naar sagittale en transversale compensatiecurve (compensare [lat.] = vereffenen); verhinderen tijdens een onderkaakbeweging op geleiding van de gebitselementen een disclusie van de rijen gebitselementen, door gelijkmatige contacten aan de werk- en niet-werkzijde

sagittale compensatiecurve: van vestibulair gezien een boogvormig verloop van de rij gebitselementen van de bovenkaak, van de hoektandpunt naar de disto-buccale knobbel van de eerste molaar; deze curve wordt vaak gelijkgesteld aan de speecurve (genoemd naar de Duitse anatoom Ferdinand SPEE), maar SPEE beschrijft een cirkelbaan, die voor fysiologische glijbewegingen van de onderkaak een veel te sterke kromming heeft en dus niet tot een uitgebalanceerde occlusie zou leiden

transversale compensatiecurve: van approximaal bekeken verloop van de curve van de linker en rechter linguale en buccale knobbels van de laterale elementen; Deze transversale curvestand van de laterale elementen varieert van soort tand tot soort tand; wordt ook wel de wilsoncurve genoemd.